”Bezing mij, o Muze, de vindingrijke man, die zeer veel rondzwierf, nadat hij de heilige stede van Troje verwoest had.” Zo begint de Odyssee van Homerus. Ik had de Muze willen vragen of zij vandaag de schoonheid van de bergen wilde bezingen, maar ze had een Zoom-meeting, dus doe ik het zelf. De blog is een ode aan de bergen, en daarmee aan de natuur, en daarmee aan elke inspanning om die [schoonheid van bergen en natuur, red] te behouden. De blog is geïnspireerd door mijn vakantie in de Franse Alpen dit jaar.

“De bergen, de bérgen?” hoor ik je denken, “Ze was toch een strandjutter?” Ben ik. De zee is en blijft mijn lievelingsbiotoop. Maar bergen staan er net achter – op een schaatspuntje afstand. Mangrovebossen staan op drie en duinen op vier. Bos staat op nummer 100. Ik kom er steeds meer achter dat ik bos gewoon niet mag. Het probleem zit hem niet in de boom an sich, maar in de samenscholing ervan. Er lopen honderden enge paadjes door bossen, die altijd de verkeerde kant op gaan – naar een snoephuisje of een grote boze wolf. In de bergen zorg ik ook altijd dat ik boven de boomgrens zit. Van boven op bomen neerkijken is oké.

Upper & downer
De bergen zijn voor mij een upper en downer in één. Een grote opwinding maakt zich van me meester bij het zien van de steenmassa’s die met hun scherpe toppen die de wolken in boren. Ze imponeren, maar maken ook kalm. De zon die opkomt boven een stil bergmeer. Gekleurde bloemetjes die zich nestelen in groene dalen. Een rivier die zich bruisend naar beneden stort. Een marmotje dat uit zijn hol scharrelt. Er zijn wel prikkels, maar die zijn van zulk een aard (ik begin spontaan Eline Vere-taal uit te slaan) dat ze je zintuigen strelen in plaats van je om de oren slaan.

Boven de 2000m valt de ruis weg. Gekibbel tijdens vergaderingen, het getetter van social media en de zoveelste belastingboete (de Nederlandse Staat is er flink op vooruit gegaan sinds TrashWorks bestaat) lijken ver weg. Er is alleen het doel: de beklimming. Sub-doel: bier. Benen in ritme brengen met je ademhaling. Stap voor stap. Niet overhaasten. Niet stilstaan, behalve om van een mooi uitzicht te genieten, of dat uitzicht als excuus te gebruiken om op adem te komen.
Bon-bloody-jour
Hoe het met mijn ademhaling gesteld is, merk ik vooral aan mijn ‘bonjour’. De Fransen, vive hun vriendelijkheid, willen per se ‘bonjour’ zeggen. Een optocht van tien Fransen is ook tien keer ‘bonjour’. Mijn ‘bonjour’ klinkt aan de voet van de berg nog welluidend en tweelettergrepig, maar gaat halverwege de berg over in een afgekort ‘sjoer’. Daarna sis ik ‘sjjj’ en tegen het einde van de beklimming stoot ik meer een woeste keelklank uit.

De eerste keer dat ik de bergen zag, was ik 14. Ik zie me nog zitten in de auto. Een kussensloop in het autoraam geklemd om de zon buiten te houden, een been van broer of zus in mijn nek en de wollige kussentjes van de walkman op mijn oren. Ik denk dat The Verve opstond. Eerst was het land vlak en opeens reden we door kloven waar watervallen naar beneden kletterden. En daar, een top. Sneeuw. Ik kon niet geloven dat ik zoveel schoonheid zag. Bij thuiskomst hing ik mijn kamer vol posters van bergen en las ik tientallen verslagen van klimmers. Ook voor wie niet warm of koud word van de bergen zijn dit soort boeken de moeite waard. Het is sowieso ontspannen om te lezen over iemand die met twee gebroken benen, afgevroren vingers en longoedeem op 8000m in een white-out probeert te overleven (nestel-nestel in warme stoel), maar ik vind het vooral fascinerend dat mensen eenzaamheid, ontberingen, gevaar en grenzen opzoeken om te voelen dat ze léven, dat ze één zijn met de natuur. Ik ben ook zo. Al zit ik wat betreft eenzaamheid, ontberingen, gevaar en grenzen nog op Alpenkleuter-niveau. Eenzaamheid = geen stadse mensenmassa’s; ontberingen = zere kuiten en een onwelkome aanvaring met een sprinkhaan; gevaar = een paadje kiezen dat niet op de kaart staat; grenzen = afgelopen vakantie een wandeling met een stuk via ferrata. De Franse wandelgids vertelde over deze wandeling dat dat het een enge, steile, woeste wandeling was waarvoor je een ‘pied sur’ moest hebben. Nou, damn, ik hád een zekere voet! Alhoewel ik halverwege de via ferrata een dikke freeze kreeg en half ondersteboven hangend aan een beugel diverse goden heb aangeroepen en misschien ook wel heb gezegd ‘mama ik hou van je’ deed ik het toch. Met dank aan mijn vriend (klimmer) die zo vriendelijk was van onderen aanwijzingen te geven en mij verzekerde dat ik niet zou sterven. Niet vandaag. Na deze wandeling googlede ik op ‘alpinisme cursus’. De bergen wakkeren verlangen naar meer bergen aan.


Marmotten en geiten
Sinds de sketch van de Mannen van de Radio met deze naam ben ik dol op marmotten en geiten. Aan deze dieren is gelukkig geen gebrek in de Alpen. De steenbokken waren prachtig. We zagen vrouwelijke steenbok op een paar meter afstand, door mijn vriend poëtisch aangekondigd met ‘krijg nou de tyfus’. Ze liep vele rondjes om ons heen, wat eerst mateloos vertederde, maar daarna nogal beklemmend overkwam (een inheems Alpensteenboks bezweringsritueel?). We liepen langs een majestueuze mannelijke steenbok die ontspannen op een steen lag, net op de sneeuwgrens. Hij leek de hele vallei in de tang te hebben, maar wel op een relaxte, humane manier. Wat een attitude. Eenmaal thuis kreeg ik een lichte steenbok-obsessie. Hier een kleine greep uit wat later bekend zal komen te staan als de steenbokperiode (23 augustus 2020 tot 1 januari 2021 – tegen die tijd hoop ik weer open te staan voor andere dieren).




Maar vooral de marmotten stalen mijn hart. Ze roepen bij mij hetzelfde gevoel op als een baby bij de gemiddelde mens. Ik wil ze knuffelen, vasthouden, beschermen en koetsjie koetsjie zeggen. En hun tanden poetsen, want die zijn vaak vrij geel. In het plaatselijke supermarktje kocht ik een marmottenknuffel voor meer geld dan dat het acceptabel is om als volwassene uit te geven aan een knuffel. Dagenlang probeerde ik mezelf in te houden, maar op de laatste vakantiedag kón ik niet meer. Ik dook op de plank af waarop hij stond en stootte in mijn vlucht een paar gezelschapsspellen van diezelfde plank. Onder luid gerammel sloot ik Marmot in mijn armen. Check ook de fotoserie die ik maakte over marmottenholen. Prachtige architectonische hoogstandjes in diverse stijlen.

Diverse marmothol-stijlen, school of 2020
Voorts zagen we een steenarend of vale gier en nog een keer een steenarend of vale gier, een troep van 40 overstekende gemzen, een reuzegrote nachtpauwoog, felgekleurde sprinkhanen, rupsen en kevers, lieve vogeltjes en koeien met de kleur van versgebakken wortelcake.
Plant X
Wat betreft planten kon ik niet genoeg krijgen van plant X. Ik kon haar naam op internet niet terugvinden en wat groenkennis betreft zijn er voor mij vier categorieën: boom-plant-bloem-groente. De kapseltjes van plant X staan elke dag anders, afhankelijk van het weer. Pluizig en wild omhoog bij winderig weer, nat langs hun steeltje bij regen – als een metalhead die een dikke plensbui op zijn hoofd heeft gehad tijdens Dynamo Open Air.

Ook het veenpluis is prachtig. Het pluis wuift zo stralend wit en superzacht langs de rand van bergmeertjes dat het lijkt alsof ze elke avond worden gewassen met Robijn Extra Wit en wasverzachter.


Ecologische bouw
Bergbewoners leren ons lessen in ecologisch bouwen. De huizen in de vallei waar wij afgelopen vakantie waren, waren volledig opgetrokken uit hout en steen – een traditionele bouwstijl. Deze bouwstijl wordt niet door een hip ontwerpbureau geclaimd en het verschijnt niet in design-tijdschriften. In al hun bescheidenheid staan ze daar circulair te zijn. Het huis linksonder heeft geen dak. Dat is niet circulair, maar ingestort.






In één traditioneel dorpje maakten wij een heus dorpsfeest mee, wat bijna onwennig voelde na een corona-zomer zonder vertier. Mijn romantische inborst verwachtte oude, verweerde berggidsen, jongeren met klimtouwen om de nek en vrouwen met littekens van het abseilen te zien, maar er waren vooral de usual-dorpsfeest suspects. De joviale horeca-man. De creatieveling met het sjaaltje om zijn nek. De dorpsband (zang, keyboard) die vooral worden aanbeden in kleine kring (oma, opa, moeder, nichtje van twee). De fanatieke, ietwat pinnige vrijwilligsters die koekjes verkochten voor het goede doel. De prepuber-vriendinnetjes met beugels die wacht liepen voor wat oudere jongens die hun geen blik waardig keurden (behalve misschien Pierre, die melancholisch dacht: ‘Ach Céline, was je maar vijf jaar ouder…’.).
Heus niet leuk
Helaas, in een blog die gaat over de natuur moet ook een doomboodschap zitten, net als in elke natuurdocumentaire op TV. Ben je net lekker aan het kijken naar mooie regenwouden komt er altijd die donderstem “Jaaa, dit is mooi he? Nou, het gaat ER ALLEMAAL AAN”. Doomboodschap van vandaag: de gletsjers smelten. In hoog tempo. In 2050 is sowieso de helft ervan verdwenen, wat we ook doen. He bah, helemaal geen zin om hierover te praten. Kijk zelf maar:
Ook dit rapport https://www.eea.europa.eu/nl/articles/de-alpen#:~:text=De%20invloed%20die%20de%20klimaatverandering,en%20ijs%2D%20en%20sneeuwbruggen%20verdwijnen.&text=Het%20ijs%20is%20weg%20en,is%20vrij%20komen%20te%20liggen bericht over de desastreuze gevolgen van klimaatverandering op de Alpen. Omdat ik weet dat jullie dit niet gaan lezen, vat ik het voor jullie samen: dood, shit, bloemen weg, dieren ongelukkig, stomme vakanties, berggidsen werkloos, waterconflicten, erosie, ellende.
Ook uit eigen ervaring kunnen wij getuigen dat de sneeuw in rap tempo smelt. Mijn ouders hadden drie jaar terug in hetzelfde gebied als waar wij nu waren gewandeld. Onze gesprekken over onze paralelle wandelingen gingen ongeveer zo:
Pa en Ma: “Nou, toen we over route A liepen, was er opeens een sneeuwhelling…”
Wij: ”Sneeuwhelling?”
Pa en Ma: “Nou, toen we route B liepen, konden we niet verder vanwege de sneeuw”.
Wij: “Sneeuw?”
Enz.
Ik vat meteen dat andere milieu-probleem ook bij de horens: plastic. Ik zag dit nauwelijks in de Alpen. Enkel op parkeerplaatsen en in dorpjes vond ik wat stukjes. Maar niet te vroeg gejuicht hoor: https://www.plasticsoupfoundation.org/2018/05/zwitserse-alpen-overal-microplastics/.


Beschaving en buizen
Helaas moesten we na drie weken weer afdalen uit de bergen. De prachtige bergdorpen werden aan de voet van de Alpen vervangen door lelijke industriestadjes. Winkels met afgesleten gevels, cafés met kale vloeren en etablissementen als ‘’Chez Margot’’ waarbij je je Margot voorstelt als die verlopen madam die weeshuis-Annie het leven zuur maakte. Veel stuwmeren en buizen – twee dingen waar ik een hekel aan heb, naast films waarin acteurs een dubbelrol spelen (vre-se-lijk. Zo ongeloofwaardig en zo schizofreen voor de acteur in kwestie). Kleine buisjes oké, max 30cm doorsnee, maar grote, waar je in kunt kruipen en/of een lijk kunt verstoppen: bah. Dit heeft misschien zijn oorsprong in de grote buis in de wc van kleutergym waar ik altijd naar keek nadat ik miljoen kikkersprongen had gemaakt onder toeziend oog van juffrouw E. Doodeng vond ik die, de buis, en juffrouw E ook wel. Haar gymles was niet per se een vorm van spelenderwijs leren, maar volstond meer als een vooropleiding voor de commando’s.
Ik ervaarde de wereld tijdens onze eerste stop bij een wegrestaurant als ronduit vies. Uitlaatgassen, pislucht, mensen (ook vies), auto’s, bussen, vrachtwagens, plastic, plastic, plastic. Nog steeds kan ik niet helemaal wennen. Wandelen in Roggel verhoudt zich tot wandelen in Bonneval-sur-Arc als hoe de klank van de namen zich tot elkaar verhoudt. Waarbij wel gezegd moet worden dat Roggel op zijn Limburgs wat zangeriger klinkt dat met mijn Friese harde G en harde R, die garant staan voor veel potentiële corona-uitstoot. Mijn veelheid aan bezittingen tuimelt over me heen, soms letterlijk, terwijl ik me zo licht voelde met één kleding- en één boekenkist en drie linnen tasjes met ‘rommeltjes’. Nieuwsberichten over Moria, Wit-Rusland, de VS schoten mijn brein binnen. De beschaving viel een beetje ruw op mijn dak.

In de Alpen was beschaving een overstekende steenbok. Ik hoefde niks met die steenbok. Ik hoefde haar niet voor te lichten over gezonde voeding, ik hoefde geen vergadering met haar in te schieten in Outlook, ik hoefde niet in te loggen om haar te zien. De steenbok was, ik was, en dat was alles wat er was. En dat was
Genoeg.
Om het berggevoel te behouden, probeer ik nu te -onten. En wat dat is, vertel ik in een volgende blog.


Meer zien:
David Attenborough’s docu op netflix, natuurlijk
Films van de familie Lapied: https://www.lapiedfilm.com/films. Zij zijn de godfathers van de Alpendocumentaires.
Free solo – over Alex Honnold die zonder touwen El Capitan beklimt. Crazy.
The Dawn wall – ook over El Capitan
Turist – een zeer intrigerende film over een familie die in de Alpen op ski-vakantie is. Terwijl ze op het terras zitten, nadert er een lawine. Pa rent keihard weg. Moeder bekommert zich om de kinderen. De lawine komt ver voor het terras tot stilstand. Niks aan de hand dus. Behalve dat pa keihard wegrende. Hoe ga je met dat feit om als familie? Een zeer interessant gegeven.
https://www.imdb.com/search/keyword/?keywords=french-alps –> hier staan vast wat voor je bij
Meer lezen:
De verovering van de Alpen – Fergus Flemming
Wandelen – Frederic Gros
De ijle lucht in – Jon Krakauer
Dromen van de Eiger – Jon Krakauer
Over de rand – Joe Simpson
Alle andere boeken over bergbeklimmers en poolreizigers, ik ben veel titels vergeten. Kwaliteit verschilt nogal. Tips welkom!
Meer luisteren:
Album Into the Wild – Eddie Vedder
De Bourgondiërs – Bart van Loo (podcast). Heeft niks met bergen te maken. Is wel fantastisch!